Feestelijke rondleiding Korenmolen ‘De Hoop’

Feestelijke rondleiding Korenmolen ‘De Hoop’

Samen met alle partners die de uitzonderlijke ontwikkeling ‘Waterfront de Veene’ hebben gerealiseerd waren wij donderdag 15 juni uitgenodigd door het bestuur van de molenstichting voor een feestelijke rondleiding bij Korenmolen ‘De Hoop’ in Veen. Tijdens deze zonnige middag hebben wij gezamenlijk een cheque overhandigd aan het bestuur van de molenstichting voor het onderhoud en behoud van de molen.

Waterfont de Veene is niet zomaar een wijk. Het ligt midden in de uiterwaard aan de Afgedamde Maas. Wijlen Bastiaan Snoek, voormalig dijkgraaf en destijds ook voorzitter van de molenstichting verzekerde ons destijds dat de buitendijkse woonwijk droge voeten zou houden door waterkering de ‘Kromme Nol’.

Gezamenlijk kijken wij terug op een mooie en uitdagende samenwerking met de diverse overheidsinstanties en maatschappelijke organisaties. Het was een bijzondere opgave om meer rust en ruimte te creëren voor het uiterwaardengebied. Het verplaatsen van de voetbalvereniging Achilles Veen met het dorpshuis is essentieel geweest om de gewenste kwaliteitsslag te kunnen maken.

Waterfront de Veene is veel meer dan wonen alleen. Op verzoek van het dorp is er een openbare zwemlocatie met aanlegsteiger gerealiseerd. Vandaag de dag nodigt deze plek inwoners uit om in beweging te blijven, sporten, spelen en te ontmoeten.

 

 

„Modulair bouwen is nodig om circulaire doelen te halen”

„Modulair bouwen is nodig om circulaire doelen te halen”

Nederland wil in 2050 volledig circulair zijn. Daarom zoeken experts in alle sectoren naar manieren om grondstoffen optimaal te hergebruiken. Ook de bouwsector moet grote stappen zetten naar meer recycling, upcycling en hoogwaardig hergebruik. Om die circulaire doelstellingen te behalen is demontabel bouwen hard nodig. Met name staal biedt daarvoor veel mogelijkheden.

Lees het gehele artikel op NRC.nl

‘Mijn energierekening is superlaag. Hoe kan dat?’

‘Mijn energierekening is superlaag. Hoe kan dat?’

Net als veel andere Nederlanders verbaast FD-verslaggever Orla McDonald zich over haar energierekening. Maar haar nota is niet hoog, die is juist extreem laag. ‘Ik betaal €1 per maand voor stroom. Wat is hier aan de hand?’ vraagt ze zich af. Een verslag van haar zoektocht.

In het kort

  • Nu de energieprijzen verder stijgen, ligt er druk op het kabinet om mensen te compenseren.
  • Eerder verlaagde de regering de belastingen op energie.
  • Iedereen krijgt daardoor korting, maar niet iedereen heeft de compensatie nodig.
  • Een generieke compensatie kost onnodig veel belastinggeld, zeggen experts, maar die is het gemakkelijkst uitvoerbaar.

Zenuwachtig tik ik het wachtwoord in op de website van mijn energieleverancier. De kosten voor stroom en gas zijn al maanden torenhoog en ik heb mijn termijnbedrag niet gecontroleerd. Straks is dat niet meer accuraat en krijg ik een enorme naheffing. Als verslaggever klimaatbeleid bij deze krant schrijf ik nu regelmatig over mensen en bedrijven die hun nota niet meer kunnen betalen.

In een rekentool tik ik mijn huidige meterstanden voor elektriciteit in. Na luttele seconden volgt de uitslag, die ik in eerste instantie niet geloof. Maar bij een tweede en derde check staat het er nog steeds: ‘Uw huidige termijnbedrag is te hoog. Uw nieuw geadviseerde termijnbedrag voor stroom is €1 per maand.’

‘Uw nieuw geadviseerde termijnbedrag voor stroom is €1 per maand’

Eén schamele euro per maand! Hoe kan dit? vraag ik me af. Voor een verklaring loop ik samen met directeur van prijsvergelijkingswebsite Pricewise Hans de Kok door mijn energiecontract en we kijken naar mijn verbruik. De Kok is er al snel uit: ‘Mensen zoals jij zijn in deze tijd de ultieme spekkopers.’

 

Laag energieverbruik

De korte uitleg is dat ik heel weinig energie verbruik en dus sowieso weinig betaal. Toch krijg ik nu overheidscompensatie voor de hoge energiekosten. Het kabinet besloot dit jaar de teruggave op de energiebelasting te verhogen naar €825. Daarnaast is de energiebelasting op stroom verlaagd, en ook de btw op stroom en aardgas. Mensen met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum krijgen extra compensatie, tot €1300. De maatregelen kosten het kabinet in totaal €6 mrd.

De lange uitleg is als volgt. Afgelopen januari sloot ik een vast energiecontract af voor één jaar, tegen een prijs die De Kok ‘hoog’ noemt, maar ‘nog niet zo hoog als nu’. Ik leef normaal en ben niet eeuwig weg van huis, maar mijn lage energieverbruik verbaast mij niet. Mijn nieuwbouwappartement uit 2020 is extreem goed geïsoleerd. Het heeft driedubbel glas en wanden zo dik, dat de verwarming pas half november aan hoeft.

 

Geen aardgas maar stadswarmte

Daarnaast verwarm ik met stadswarmte en niet met aardgas. De prijs voor stadswarmte, dat is restwarmte van industriële processen, is bij wet gebaseerd op de gasprijs. Daardoor heb ik indirect wel last van de gestegen gasprijs, want het warmtetarief is dit jaar ook flink gestegen. Voor stadswarmte geldt echter altijd een maximumtarief, ingesteld door de Autoriteit Consument & Markt (ACM), omdat warmteklanten niet kunnen overstappen van leverancier. Soms vind ik het jammer dat de wet mijn vrije keuze beperkt, maar nu zorgt het ervoor dat ik niet compleet ben overgeleverd aan de grillen van de mondiale gasmarkt. Bovenal houdt mijn lage energieverbruik de rekening beperkt.

Voor stadswarmte betaal ik €60 per maand, waarmee ik volgens mijn warmteleverancier voor dit jaar ‘goed’ zit. Mijn energierekening komt dit jaar dus uit op €61 per maand, €732 per jaar. Dat is veel minder dan gemiddeld. Volgens cijfers van het CBS uit februari komt de rekening voor een eenpersoonshuishouden dit jaar uit op ongeveer €1410 euro. Gezinnen betalen gemiddeld €2800 dit jaar. Een ongekend hoge stijging: ruim 86% meer dan 2021.

Als ik op een kladblaadje uitreken hoeveel mijn energierekening zou zijn geweest zonder overheidscompensatie, dan kom ik uit op ongeveer €85 per maand, €20 voor stroom en €65 voor stadswarmte. Dat is veel meer dan ik vorig jaar betaalde en zonder de belastingkortingen zou dus ook mijn energienota fors zijn gestegen. Toch vind ik €85 in geen verhouding staan tot de bedragen die sommige andere mensen nu betalen. Had het kabinet de compensatie niet eerlijker kunnen verdelen? Het gaat om €6 mrd belastinggeld.

‘Zonder overheidscompensatie had ik €85 per maand betaald. Dat valt mee in deze tijd.’

 

Niet de enige

Als ik mijn verhaal op de redactie van de krant vertel, blijk ik niet de enige te zijn met een lage energienota. Een collega zegt: ‘Bij mij hetzelfde verhaal. Geen gas en een goed geïsoleerd huis met zonnepanelen en warmtepomp. Ik heb €0 aan energiekosten en krijg geld toe.’ Op Twitter stel ik dezelfde vraag. Een ambtenaar van de gemeente Amsterdam zegt: ‘Mijn energiecontract met vaste prijs loopt nog anderhalf jaar door. Dus geen hogere kosten en wel compensatie.’ Een medewerker van Milieudefensie vertelt dat hij in een duurzame wijk woont en lage kosten heeft. ‘Al mijn buren vangen dit jaar’, zegt hij.

Intussen neemt de druk op het kabinet toe om burgers opnieuw te compenseren, omdat de energieprijzen blijven stijgen. De Kok: ‘Ik verslik me bijna terwijl ik dit zeg. Een gemiddeld gezin betaalt voor stroom en aardgas bij het afsluiten van een nieuw contract nu €6000 tot €7000 per jaar, ongeveer €4000 meer dan voorheen.’ Energiebedrijf Vattenfall berekende onlangs dat hun modelcontract straks uitkomt op zeker €5000. Veel meer dan het CBS eerder voorspelde.

De kosten worden een heel groot probleem. Burgers en politiek onderschatten de economische klap die nog komt, waarschuwen vakbond FNV, budgetvoorlichter Nibud en grote energieleveranciers als Essent, Vattenfall en Eneco. Het kabinet moet met een oplossing komen, maar als het besluit om opnieuw te compenseren via de belastingen, dan krijgt weer iedereen geld.

 

‘Zeer hoge kosten voor het rijk’

Energie-experts als Jilles van den Beukel en Hans van Cleef vinden dat het kabinet niet opnieuw moet kiezen voor een generieke compensatiemaatregel. Ook in de Tweede Kamer klinkt kritiek. Volgens CDA-Kamerlid Inge van Dijk schiet het kabinet met hagel en komt gemeenschapsgeld niet bij de juiste mensen terecht. Een analyse van onderzoeksbureau CE Delft zegt dat de maatregel zorgt voor ‘zeer hoge kosten voor het rijk, omdat het ook huishoudens compenseert die dit niet nodig hebben’. Mensen met goed geïsoleerde huizen, zoals ik, en mensen met nog lopende energiecontracten of simpelweg met een hoog inkomen.

Voor de regering en de Belastingdienst is het echter de snelste en gemakkelijkst uitvoerbare optie. De extra uitkering voor sociale minima blijkt in de praktijk chaotisch te verlopen. Bij de ene gemeente moet de burger zichzelf melden, bij de andere niet. Ook geeft de ene gemeente meer compensatie dan de andere.

‘Burgers en politiek onderschatten de economische klap die nog komt’

 

Variabel contract

Welke mensen moet het kabinet dan wel compenseren? Wie wordt echt geraakt? Volgens De Kok zijn de energiekosten voor een groeiend aantal mensen een probleem, omdat vaste contracten aflopen. ‘Leveranciers geven nu enkel nog variabele energiecontracten uit, omdat de markt zo instabiel is’, zegt hij.

Bij een variabel contract kan de leverancier het tarief voor gas en stroom aanpassen als dat vanwege marktomstandigheden nodig is. Dat doen energiebedrijven nu ook, zegt De Kok. Uit recente cijfers van de ACM blijkt dat 50% van de Nederlanders op dit moment een variabel contract heeft, tegenover 44% vorig jaar. Driekwart van de Nederlanders ervaart de energieprijzen als hoog, vorig jaar was dat de helft, aldus de ACM.

Volgens budgetvoorlichter Nibud worstelt momenteel een op de drie huishoudens om rond te komen, waaronder steeds meer mensen met een modaal inkomen van €38.000 bruto. Ook boodschappen en benzine zijn duurder. Het kabinet moet de groep mensen compenseren die dat het meeste nodig heeft, vindt directeur van het Nibud Arjen Vliegenthart.

Een perfecte compensatiemaatregel bestaat niet, daarvoor is het energieverbruik van huishoudens in combinatie met het inkomen te verschillend. Er zijn wel ideeën voor hoe het gerichter kan dan nu, zoals een sociaal energietarief of een inkomensafhankelijke energiesubsidie. Voor het FD analyseerde ik tien oplossingen die kunnen helpen. Elk idee heeft voor- en nadelen, maar dat het kabinet op Prinsjesdag met iets moet komen lijkt evident. Mijn energiecontract loopt af in januari. Dan zal ik waarschijnlijk een hogere prijs voor stroom en warmte betalen, zegt De Kok. Mijn lage energieverbruik moet ervoor zorgen dat het niet de spuigaten uitloopt.

 

Bron: FD

Sociale cohesie versterkt de leefbaarheid in de buurt

Sociale cohesie versterkt de leefbaarheid in de buurt

Om prettig en veilig in een buurt te kunnen wonen is een gevoel van saamhorigheid van groot belang. Sociale cohesie maakt dat mensen in de buurt voor elkaar klaarstaan en elkaar respecteren. Maar in de huidige tijd, zijn onze buurten lang niet zo hecht als vroeger. Hoe zorgen we ervoor dat de sociale cohesie in een buurt weer hoger op de agenda komt te staan?

Dat we in Nederland nog altijd voor elkaar klaar kunnen staan, bleek duidelijk toen het coronavirus twee jaar geleden haar intrede deed in ons land. Er ontstonden massaal acties om elkaar een hart onder de riem te steken en men haalde met regelmaat een boodschap voor kwetsbare buren die door het virus zelf niet naar de supermarkt konden of durfden. Deze sterke sociale basis is dan ook van groot belang, zo stelt Movisie, want als er een vervelende situatie voordoet in een buurt, stad of land wil je er niet alleen voor staan.

Sociale cohesie verwijst naar de mate van verbondenheid en solidariteit binnen groepen en gemeenschappen en telt in feite drie componenten, aldus onderzoekers Bolt en Torrance. Sociale participatie (deelname aan de samenleving), gedeelde opvattingen (normen en waarden) en identificatie/verbondenheid met de gemeenschap. Een hechte sociale cohesie vergroot het sociaal kapitaal (de voordelen die je haalt uit contacten met mensen uit je netwerken) van de mens, zo meldt wijkinontwikkeling.nl. Bewoners hebben daardoor meer toegang tot ondersteuning vanuit hun netwerk. En dat vergroot ook het veiligheidsgevoel in de buurt, zo blijkt uit onderzoek van de WRR. Ook wordt gedacht dat contacten, netwerken en ontmoetingen bewoners activeren en aanzetten tot meer informele sociale controle en daarnaast is men ook meer bereid elkaar te helpen. De kracht van sociale cohesie zit hem dan ook in het vergroten van solidariteit tussen bewoners.

De vraag die dan rest is natuurlijk hoe we dat precies kunnen doen. Volgens wijkinontwikkeling.nl begint dat bij een gedegen wijkplan waarin sociale cohesie centraal staat. Deze plannen worden gemaakt in samenwerking met de buurt en staan of vallen dan ook met de betrokkenheid van de wijkbewoners. Zij moeten samen mee willen doen en hun verantwoordelijkheid durven en mogen nemen voor de leefbaarheid in hun eigen buurt. Het opstellen van een wijkplan is hiervoor een mooi begin. Aan overheden dan ook de taak om buurtbewoners te betrekken bij het plan, zodat zij met elkaar in contact komen en samen initiatief nemen in de wijk.

Belangrijk daarbij, zo bleek uit onderzoek van Movisie, is dat deze initiatieven klein, behapbaar en vrijblijvend gehouden worden. Door dingen te organiseren voor de wijk, zoals een discoavond voor jongeren, houd je het laagdrempelig waardoor men zich niet gedwongen voelt, maar ze elkaar wel kunnen ontmoeten. Dat we dit soort ontmoetingen koesteren, werd dan ook extra duidelijk tijdens de coronacrisis, toen men buiten, op eigen stoep samenkwam om gezellig samen een kopje koffie te drinken op afstand.

Ook accommodaties en buitenruimtes zijn onmisbaar voor het creëren van saamhorigheid in de wijk, stelt Movisie. Buurtcentra, parken, pleinen en buurttuinen zijn bij uitstek plekken waar buurtbewoners samen kunnen komen en gemeenten moeten dan ook nadenken over de inrichting van deze ruimten om sociaal contact te bevorderen. En dat hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn. Het plaatsen van een zitbankje bij een uitlaatplek kan al voldoende zijn.

En in de huidige tijd kunnen online initiatieven natuurlijk niet ontbreken. Ook hier zagen we tijdens de coronacrisis een enorme stijging van. Zo waren er online platformen waar mensen een wandelmaatje konden vinden of iemand die boodschappen voor hen kon halen als zij zelf in quarantaine zaten. Wel is het belangrijk dat hierbij rekening gehouden wordt met mensen die digitaal minder vaardig zijn. Gemeenten moeten dus inzetten op zowel online als offline activiteiten.

Beleidsmakers hebben een belangrijke taak om de juiste randvoorwaarden voor sociale cohesie te scheppen. Sociaal werkers zorgen er op hun beurt dan weer voor dat iedereen in de buurt hierbij betrokken wordt en gehoord wordt. Zo wordt de sociale cohesie in de buurt versterkt en dat kan sterk bijdragen aan de leefbaarheid in de wijk, waardoor problemen, zoals ruzies maar ook onveilige situaties in de buurt, voorkomen worden.

 

Bron: Contentway